In het artikel wordt verslag gedaan van een ‘herlezen’ van de oudst dateerbare christelijke cultusruimte, de zogenoemde huiskerk van Dura Europos in Syrië (midden derde eeuw). De herlezing in directe verbinding met twee andere cultusplaatsen, de synagoge en het mithraeum, leidt tot een herinterpretatie. Er blijkt een sterke relatie tussen de huiskerk en het mithraeum. De doopruimte in het kerkhuis wordt als een kosmisch-sacrale ruimte gepresenteerd met als centrale argumenten: het blauwe plafond met sterren (en een maan), de overhuiving van de vont, de magische abecedaria-inscripties en de iconografie. Aldus komt de auteur tot een nieuwe visie op de huiskerk. Het woord ‘huis’ past daar niet bij. Het is eerder een cultusruimte in de traditie van een tempel met het karakter van een uiterst kosmisch sacrale plaats.
The article presents a revisiting of Dura Europos and especially of three cultic spaces: the Christian house, the synagogue and the mithraeum. The exploration of the material goes beyond current interpretations and underlines the strong relationship between the Christian house and the mithraeum. The baptismal room in the Christian house is presented as a cosmic-sacred space. In his central argument the author elaborates on four elements: the blue ceiling with the stars, the canopy, the magic abecedaria and the iconography. From this fourfold exploration the author proposes an entirely different view of the house church. The word ‘house’ does not fit here, as it evokes too much the idea of ‘just a roof over some heads’ or ‘in one house or another’. Rather, it is a cultic space like a temple, an extremely cosmic, sacred place.